ADVERTENTIE
Wat is het traditionele hout dat wordt gebruikt bij het maken van een echte Australische didgeridoo?
De didgeridoo, uitgesproken als didzjeriedoe, is een blaasinstrument, vooral bekend uit Australië waar de Aboriginals in Noord-Australië (Noordelijk Territorium) het instrument reeds duizenden jaren bespelen. Deze holle blaaspijp is een door termieten (Mastotermes darwiniensis) uitgeholde eucalyptusboomstam of -tak, meestal stringybark, yellow box, Darwin wooly butt, bloodwood of ironbark. Ook zijn er instrumenten gevonden van lokaal voorkomende bamboe (Bambusa arnhemica) (Midden-West NT, Darwin, Porkeats) en Pandanus (Midden-west NT tot Portkeats). Oude rotstekeningen uit West-Arnhemland laten ook de ringen zien die kenmerkend zijn voor bamboe maar of dit ook verwijst naar bamboeringen is nog maar de vraag. De 3 ringen op bijvoorbeeld instrumenten van de Galpu (onder andere Djalu, Watjuku en Badikupa Gurruwiwi) hebben hier niets mee te maken. In Europa, waar eucalyptus van oorsprong niet aanwezig is, wordt wel een uitgeholde berenklauw gebruikt om een didgeridoo uit te maken, maar in principe kan iedere holle buis (bijvoorbeeld van bamboe of PVC) van voldoende dikte (ongeveer vier centimeter binnendiameter) en lengte (één tot anderhalve meter) worden gebruikt. Ook van inheems hout worden didgeridoos gemaakt, vaak volgens de "stokbrood"-methode. De stok wordt doormidden gezaagd en vervolgens worden beide helften uitgehold. Ten slotte worden beide delen weer aan elkaar gelijmd. Dit vertoont gelijkenis met de manier waarop de Twentse midwinterhoorn gemaakt wordt.
Meer informatie:
nl.wikipedia.org
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE