De grootste en monogame knaagdieren van Europa scheiden via hun cloaca een zoetachtige substantie uit wat castoreum, ookwel bevergeil wordt genoemd.

De muskus achtige geur van bevergeil wordt naast het versterken van de vanillesmaak ook voor parfums en sigaretten gebruiken.

De functie van castoreum voor de bever is het afzetten van zijn territorium. Zij kunnen uit de geur van castoreum de leeftijd, gezondheid en seksuele status opmaken.

Mensen ontdekten dat het tevens een geneeskrachtige werking heeft. Sinds de Romeinse tijd is castoreum door Aristoteles als geneeskrachtig middel aangeschreven. Het zou goed zijn tegen hoofd- en nekpijn, flatulatie, constipatie, astma en epilepsie. .

Door de jaren heen werd het als wondermiddel gezien. Het zou tegen allerlei pijnen en seksuele disfuncties werken. Het is zelfs terug gevonden op Indianen pijlen. Waarom weet men echter helaas niet.

Castoreum bevat salicylzuur wat afkomstig van de wilg dat op het menu van de bever staat.

We gebruiken salicylzuur nog steeds als bouwsteen van aspirine. In hoge concentratie wordt het bij wratten omgezet en in lage concentraties in sommige huidcremes voor bijvoorbeeld acne. Tegenwoordig weten we wel dat de bever voor salicylzuur niet meer nodig is.

Meer informatie: www.onzenatuur.be