Schaapjes tellen is wellicht het oudste slaapadvies op aarde, maar de bittere waarheid is dat het je net langer weghoudt uit dromenland. Slaapexpert Michael Decker legt uit waarom.

De oorsprong van schaapjes tellen zou gezocht moeten worden in de leefwereld van de allereerste herders. Uit bezorgdheid om het welzijn van de schapen konden ze niet indommelen. Het tellen van de dieren suste de gemoederen. Vorig jaar werd het trucje getest in het Amerikaanse Sheep Experiment Station. 'Het is moeilijk om je voor te stellen dat schapen over een hek springen omdat dat iets is dat ze van nature niet doen', klinkt het. Het verdict luidt dan ook dat schapen tellen niet werkt.

Je mentaal beladen met telwerk (of een gelijkaardige actieve daad) doet je niet inslapen, integendeel. Moeilijke slapers hebben behoefte aan relaxerende, passieve prikkels die de regio in het brein waar informatie verwerkt wordt net niet verder activeren.

Een goed alternatief is bewust wegdromen naar een ontspannende locatie, zoals een rustgevend strand of een adembenemende waterval. Studies rond 'image distraction' tonen aan dat mensen met slaapproblemen op die manier sneller in slaap vallen én rustiger slapen. Ook spierontspanning met dank aan een warm bad stimuleert een goede nachtrust.

Wie langer dan 30 minuten ligt te woelen, kan beter even een rustige activiteit doen die weinig mentale inspanning vereist. Op die manier vermijd je dat je hersenen het bed of de slaapkamer associeren met wakker zijn.

Meer informatie: www.ad.nl