Als je een taal spreekt doe je dat niet alleen om grammatisch correcte zinnen te maken met woorden die alle fonologische regels volgen. Je wilt vooral iets zeggen, je wilt een idee of gedachte overbrengen. Het is daarom logisch dat het bestuderen van betekenis een onderdeel is van de studie van taal.

De studie van betekenis kan worden onderverdeeld in >semantiek en >pragmatiek. De grens tussen deze twee begrippen is niet altijd helemaal duidelijk. Algemeen kun je zeggen dat semantiek gaat over de betekenis van een woord of een zin terwijl pragmatiek zich bezighoudt met de betekenis van de spreker. Het verschil wordt misschien duidelijk door het volgende voorbeeld:

Het is koud in de huiskamer.

De betekenis van deze zin is dat er een kamer is, de huiskamer, en dat deze kamer een bepaalde lage temperatuur heeft. Dit is >semantiek.

Probeer je eens voor te stellen wat het betekent als je iemand op bezoek hebt die zegt “het is koud in de huiskamer”. Wat kan de zin betekenen? Waarschijnlijk wil de spreker je vragen om de verwarming aan te zetten in de huiskamer, of om het raam dicht te doen. Dit is >pragmatiek, de relatie tussen een taaluiting en de taalgebruiker.

Meer informatie: www.ucl.ac.uk