In 1624 vestigde de VOC zich in het zuiden van Formosa (het huidige Taiwan). Na de verdrijving van de Spanjaarden uit het noorden van Formosa in 1642 beheersten de Nederlanders het gehele eiland, met als centrum fort Zeelandia. In 1662 werden de Nederlanders verdreven door de Chinese krijgsheer Koxinga.

Gedurende de hele zeventiende eeuw was er vrij intensief reisverkeer van Nederlanders naar China: er werd handel met China gedreven. Maar er werden geen Nederlandse vestigingen opgericht in China. In deze periode heeft het Nederlands voor zover bekend slechts twee woorden geleverd aan het Chinees, en wel aan het Taiwanese Hokkien, namelijk pacht en akker als oppervlaktemaat.

Het grootste aantal Nederlandse leenwoorden, een kleine 100, heeft het Chinees indirect leren kennen via het Japans. Eind negentiende eeuw werd Japan een voorbeeld voor China. Japan had dankzij de contacten met de Nederlanders al vroeg kennisgenomen van de westerse cultuur en wetenschappen, terwijl China in dat opzicht veel conservatiever was.

De Nederlandse leenwoorden die via het Japans in het Chinees terechtkwamen, zijn in vorm behoorlijk veranderd. Een deel ervan is overgenomen op de klank. Die klank werd eerst aan het Japans aangepast en vervolgens aan het Chinees. Zo werden gas, soda in het Japans gasu, sôda en daarna in het Chinees wasi, caoda.

Meer informatie: taalhelden.org