Antoon van Dyck (1599-1641) was een Vlaamse barokschilder en prentmaker uit de Antwerpse School. Zijn voornaam wordt ook als Anthony, Anthonis, Antonio, Anthonie of Anton vermeld.

Reeds vroeg kwam zijn talent om te tekenen tot uiting. Als tienjarige jongen ging Antoon in de leer bij kunstschilder Hendrik van Balen. In 1618 kreeg hij officieel de titel 'meester'. In zijn jongere jaren was hij een van de favoriete medewerkers van Peter Paul Rubens. Naar diens voorbeeld ging hij ook werken in Italië en Engeland waar hij, net als Rubens, werd geridderd en Sir Anthony van Dyck schopte tot hofschilder van Karel I van Engeland.

Van Dyck schilderde, ergens rond 1635, een drievoudige portret (van de zijkant, van voren en driekwart) van de Engelse koning, zodat Gianlorenzo Bernini, de officiële beeldhouwer van paus Urbanus VIII, aan de hand ervan een marmeren buste kon beeldhouwen. De buste ging verloren in de brand die in 1698 het Palace of Whitehall vernielde.

Van Dyck schilderde voornamelijk portretten (542, waarvan 107 ten voeten uit), maar ook 203 stukken met een religieus of mythologisch onderwerp. Door velen wordt hij beschouwd als de grootste Vlaamse barokschilder na Rubens.

Van Dyck zelf verscheen kort in het Suske en Wiske-album De raap van Rubens. Zijn schilderij Sint-Maarten, zijn mantel delend speelt een rol in het album Het rijmende paard.

Meer informatie: nl.wikipedia.org