Witloof is een 19e-eeuwse creatie en wordt toegeschreven aan de hovenier Frans Bresiers die tussen 1826 en 1836 aan het hoofd stond van de Brusselse Kruidtuin. In de champignonkelder, afgeschermd van zonlicht, forceerde hij cichoreiwortels tot er een witte krokante kropvorming ontstond. Het forceren (winterse groentenkweek in het duister) was een Franse uitvinding van de 17e eeuw.

Het 'wit loof' werd voor het eerst in 1867 op de Brusselse markt verkocht (waarschijnlijk de chique 'nieuwmarkt' aan de trappen van de Congreskolom). De officiële voorstelling gebeurde op de internationale tuinbouwtentoonstelling van 1873 aan het Casino van Gent. Een kleine tien jaar later was het 'Brussels lof', ook 'witloof' genoemd, te koop in de Parijse Hallen.

In Nederland wordt witloof maar vrij recent op grote schaal geteeld, vooral sinds 1970, met de doorbraak van de witlooftrek op stromend water. Op dit ogenblik is Noord-Frankrijk veruit de grootste producent, gevolgd door België en Nederland. De teelt komt in andere landen weinig voor maar de groente wordt naar vrijwel alle werelddelen geëxporteerd.

Meer informatie: nl.wikipedia.org