Pieter Bruegel de Oude (ca. 1525-1530 – 1569) was een kunstschilder die behoorde tot de Noordelijke renaissance. Hij was de vader van Pieter Brueghel de Jonge en van Jan Brueghel de Oude. Bruegel werkte eerst als prententekenaar, onder meer bij Pieter Coecke van Aelst en Hieronymus Cock maar ging zich later toeleggen op schilderijen.

De kreupelen of De kreupele bedelaars is een relatief klein werk, vervaardigd in 1568. Het is een van de laatste schilderijen van Bruegel en het enige dat het Louvre van hem bezit. Het is linksonder gesigneerd en gedateerd Bruegel M.D. LXVIII.

Hoewel het schilderij vrij duidelijk een satire is, heeft het zijn geheimen nog niet prijsgegeven. Vijf kreupelen zijn verwikkeld in een onduidelijk manoeuvre, terwijl in de achtergrond een vrouw met een bedelnap passeert. De mannen zijn gruwelijk verminkt, hun gezichten suggereren dat ze ook geestelijk niet in de haak zijn. Medici hebben de misvormingen vooral toegeschreven aan ergotisme, polio of een geavanceerde vorm van lepra. Van drie zijn de benen geamputeerd, vier hebben vossenstaarten aan hun kledij bevestigd. De hoofddeksels, soms van papier als bij carnaval, zijn toe te wijzen aan verschillende standen. Van links naar rechts zien we de sjako van soldaten, de kroon van koningen, de baret van burgers en de mijter van bisschoppen, terwijl de ruggelings afgebeelde figuur een boerenmuts draagt.

Meer informatie: nl.wikipedia.org